19e en 20ste Eeuw Newfoundland

Newfoundland was een zelfbesturend Dominion van het British Empire van 1855 tot 1903, toen het een Crown Colony werd. In 1949 werd het verenigd met Canada.

Newfoundland heeft ongeveer 300 zegels uitgegeven in deze periode, 30 stuks postal stationery en ongeveer 75 revenue zegels. Hierdoor is het een verzamelgebied voor zowel algemene verzamelaars als specialisten en thematische verzamelaars. Newfoundland’s 20ste eeuw uitgaven zijn redelijk geprijsd behalve een aantal zeer zeldzame airmails.

Pence Issues (1857-1865)

In 1856 gaf de Britse regering toestemming voor de uitgifte van postzegels van Newfoundland die op 1 januari 1857 te koop zouden zijn. De 1857 uitgifte waren imperforate in 9 waarden van 1d tot 1s, in verschillende schakeringen van brown violet en scarlet vermillion. De 3d uitgifte was een driehoek – de enige 19e eeuwse BNA driehoek – in yellow green.

In een tweede druk in 1860 werden 5 waarden, van 2d tot 1s, in orange herdrukt. In de laatste druk in 1861 werden alle waarden opnieuw herdrukt in orange en violet brown, en green voor de 3d driehoek. Gebruikelijke tarieven waren 3d voor lokale en binnenlandse (koloniale) brieven, en 6d voor brieven naar Great Britain.

De zegels werden gedrukt door Perkins, Bacon & Co. (London) in verschillende vel formaten; van 20 zegels (5 x 4) tot 120 (12 x 10). Sommige zegels van de 2e en 3e druk zijn voorzien van een watermerk STACEY WISE 1858 en zijn daardoor duurder.  De hoeveelheid uitgegeven zegels van de pence issue is nogal laag, waardoor de 1s zegels van de eerste twee drukken bijzonder prijzig zijn. Er bestaan ook vervalsingen van de pence zegels, o.a. door Spiro en Sperati, maar deze zijn goed gedocumenteerd in een aantal standaard Newfoundland naslagwerken.

Cents Issues (1865-1898)

Begin 1865 introduceerde Newfoundland het decimale stelsel voor het betaalmiddel. Dit vereiste de uitgifte van een nieuwe serie postzegels ter vervanging van de pence zegels uit 1857. De nieuwe zegels worden gewoonlijk als de “Cents Issues” betiteld. Ook werden de zegels niet langer in Great Britain gedrukt maar werd het contract gegund aan de American Bank Note Company (ABNC) in New York.

De eerste 6 uitgiften werden gedrukt in vellen van 100 (10 x 10) op stout white paper of thin yellowish paper in een oplage van 100.000 (beide papiersoorten). De ontwerpen toonden een hommage aan Queen Victoria (12¢ en 24¢), 10¢ voor de Prince Consort, een 2¢ codfish (kabeljauw, een belangrijk export produkt van Newfoundland), een 5¢ Harp Seal en een 12¢ schooner. Het afbeelden van dieren op postzegels van Newfoundland begon in 1865 en werd een filatelistische traditie die duurde tot de unificatie met Canada. De beoogde tarieven waren: 2¢ green voor drop letters, 5¢ brown voor het binnenland, 10¢ black voor het dubbele binnenlands tarief, 12¢ red-brown voor Great-Britain, 13¢ orange voor de U.S. en Canada, en 24¢ voor het dubbele tarief naar Great-Britain. In 1868 werd er nog een 1¢ dull purple Prince of Wales uitgifte toegevoegd voor circulaires. Aanvullende waarden, o.a. een 3¢ vermilion en 6¢ dull rose Queen Victoria, werden in 1870 uitgegeven n.a.v. tariefwijzigingen. Rouletted versies van de 1¢ t/m 5¢ waarden kwamen uit in de late jaren 1870s.

Nieuwe cent ontwerpen werden uitgegeven door de British American Bank Note Co. (Ottawa) in 1880, beginnend met een 1¢ brown Edward, 2¢ yellow green codfish, 3¢ blue Victoria, en 5¢ seal. In 1887 wijzigde de kleuren en werd een ½¢ rose red Newfoundland dog en 10¢ black schooner toegevoegd. Alle vellen waren 10 x 10, behalve de 10c schooner (5 x 10).

In 1894 resulteerden 4 drukken in Montreal in nieuwe kleuren voor de ½¢ dog en 5¢ seal en werden de ABNC platen opnieuw gebruikt voor de 6¢ Victoria en 12¢ Prince Consort. Een speciale gelimiteerde druk in 1896 van 10.000 elk werd uitgegeven van de ½¢ orange red dog, 1¢ brown Edward, 2¢ green codfish, en de 3¢ Victoria in zowel blue en violet brown. In november 1897, tijdens een periode van zegelschaarste, bestelde Colonial Secretary J. Alexander Robinson de laatste druk van de cents zegels; het waren de ½¢ orange red dog, de 1¢ Edward in green, en de 2¢ red orange codfish.

1897 Cabot Issue

Begin 1897 besloot Colonial Secretary Robert Bond een uitgebreide serie zegels uit te geven om de 400ste verjaardag van de ontdekking van Newfoundland door John Cabot te herdenken. Eén zegel zou gewijd worden aan Queen Victoria en de andere zouden Newfoundland promoten. De serie zou vergelijkbaar moeten zijn met de U.S. Columbians en de Canadese Silver Jubilee serie. Er zouden 14 zegels worden uitgegeven van de 1¢ Victoria tot en met een 60¢ Cabot. De zegels werden gedrukt door de American Bank Note Company in vellen van 10 x 10.

De serie werd geen succes. Het publiek gebruikte wel de 1¢ en de 2¢ lage waarden maar lieten de hoge waarden links liggen. De 60¢ Cabot zegel was zelfs nog in 1936 aan het postkantoor in St. John’s verkrijgbaar! Een complete set is nu nog voor een redelijk bedrag te verkrijgen.

Royal Family Issue (1897-1901 en 1908)

Dit is een van de meeste beroemde BNA series vanwege de afbeeldingen. Het laat de regerende vorst zien en de drie toekomstige koningen: Edward VII, George V, en Edward VIII. Daarnaast zijn de beide koninginnen van Edward VII en George V afgebeeld. Een extra 2¢ zegel met de kaart van Newfoundland werd uitgegeven toen de laatste druk in 1908 van de 2¢ Edward verloren ging bij het vergaan van de S.S. Sylvia. De zegels zijn geproduceerd door de American Bank Note Company in vellen van 10 of 200. Postfrisse en gebruikte zegels zijn niet echt duur in aanschaf.

Guy Issue (1910)

Het jaar 1910 markeerde de 300ste verjaardag van de eerste poging om een nederzetting op te zetten op het eiland door John Guy. Elf waarden van 1¢ t/m 15¢ werden in lithografie gedrukt door Whitehead, Morris & Co. Ltd. uit London, die de drukker werd van de uitgiften van Newfoundland tot 1929. De Guy Issue laat King James I zien, Guy, Francis Bacon, King Edward VII, King George V, alsmede scenes uit Newfoundland. Ze werden gedrukt in vellen van 100 of 200. De eerste 6¢ Bacon zegel had de Z in COLONIZATION omgekeerd (Sc. #92) en werd gecorrigeerd met een nieuwe druk.

De serie heeft een groot aantal variëteiten, inclusief verschillende perforaties, imperforate exemplaren, en verschillende proofs in black en trials in verschillende kleuren. In 1911 werden de zes hoogste waarden in de serie gegraveerd uitgegeven, opnieuw met allerlei variëteiten.

1919 Caribou Issue

De Caribou serie werd uitgegeven op 2 januari 1919 in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. De uitgifte herdenkt de successen van het Royal Newfoundland Regiment en de duizenden andere Newfoundlanders die dienst deden in de British Navy en andere dienstonderdelen. De serie bestaat uit 12 waarden, van 1¢ tot en  met 36¢. Het afgebeelde dier is een compositie van een kariboe en een eland. De spreuk “Trail of the Caribou” is geopperd door de kapelaan van het Royal Newfoundland Regiment, Lt. Col. Thomas Nangle. Op vier waarden komt het woord UBIQUE voor, wat staat voor “overal”, ter ere van de Royal Naval Reserve. De andere zegels herdenken speciale gebeurtenissen. De 1¢, 2¢, en 3¢ waarden werden gedrukt in vellen van 200. De hogere waarden komen voor in vellen van 100. Van alle waarden komen imperforate proofs voor.

Airmail zegels en Postal History

Newfoundland airmails zijn wereldberoemd. Ze bevatten drie van de zeldzaamste Commonwealth uitgiften: de 1919 Hawker, 1927 De Pinedo en 1930 Columbia, waarvan er minder dan 300 exemplaren van elk zijn uitgegeven. De tweede zegel die werd uitgegeven, werd gebruikt om brieven te frankeren op de eerste non-stop overtocht over de Atlantische Oceaan in een Vickers-Vimy vliegtuig, gevlogen door Alcock en Brown, in 1919. De derde werd uitgegeven voor een vlucht naar Halifax. Een definitieve uitgifte zonder watermerk kwam er in 1931. Al gauw volgde dezelfde serie met watermerk. Achtduizend exemplaren van de $1 waarde werden opgewaardeerd naar $1.50 om post naar Europa te voeren op de Dornier DO-X vlucht in 1932. De Labrador airmail serie uit 1933 is een van de mooiste series uit de jaren 30. Achtduizend van de 75¢ waarde werden opgewaardeerd naar $4.50 voor post naar Europa met de 1933 Balbo vlucht.

Van zowel de Dornier als de Balbo zijn inverted surcharges bekend. Een 7¢ zegel werd in 1943 uitgegeven voor normaal gebruik. Alhoewel sommige van deze zegels uitermate kostbaar zijn, kunnen een aantal van de airmails tegen redelijke prijzen worden verkregen.

Zie ook het artikel Airmails.